vergissing

Vergissings-bombardement

Pierke Walraven

Vanaf oktober 1940 laat de bouwdirectie van de Luftwaffe het Nederlandse hulpvliegveldje Venlo op de Groote Heide uitbreiden tot een Duitse vliegbasis. De aanleg wordt uitgevoerd door voornamelijk Venlose bedrijven. Duizenden Nederlandse arbeiders zijn in Venlo en omgeving ingekwartierd. Er is na de moeilijke crisisjaren veel animo om het werk te verrichten.

De lonen zijn relatief hoog; de Duitsers plaatsen grote orders. De leiding van de  de Luftwaffe heeft haast. Geld speelt daarbij geen rol. Er kan immers vrijelijk geput worden uit de Nederlandse schatkist. Er worden drie start- en landingsbanen aangelegd. Twee met een lengte van 1.450 meter en een kortere van 1.200 meter. De landingsbaanverlichting telt tweeduizend lampen.

Al in maart 1941 strijken de eerste zwart gecamoufleerde Duitse nachtjagers op de bijna 1.800 hectare grote Fliegerhorst Venlo-Herongen neer. De eenheid, onder leiding van kapitein Werner Streib, onderschept Britse bommenwerpers die onderweg zijn naar het Duitse Roergebied.

Op 10 december 1940 is een squadron van de Royal Air Force op weg naar Duisburg voor een bombardement. Ze werpen brisantbommen en brandbommen af boven Venlo. De oorzaak van deze vergissing is onbekend. Bij een van de dertien bominslagen wordt de woning van het gezin Walraven aan de Straelseweg getroffen. Het zoontje Pierke van twee jaar vindt de dood. Het kind is het eerste van de dodelijke slachtoffers van bombardementen in de Tweede Wereldoorlog. 

Moeder Walraven schrijft jaren later in haar memoires:

‘Ik was op zolder en wilde het raam dichtmaken voor de nacht, daar kwamen die bommen. Ik vloog met de hele muur naar beneden en kwam daar onder de stenen terecht. Pierke was met z’n hoofdje tegen de vaste wastafel gevlogen en was op slag dood. Wat was ik toen ook maar graag doodgegaan.’

meer...

Venlo bevrijd

Venlo bevrijd Meestal eindigen de oorlogsdagboeken uit Venlo op 1 of 2 maart 1945. Op de beide dagen van de

lees meer

EEN AANGRIJPENDE VOORSTELLING
MIS HET NIET